Het voorbije decennium stond in het teken van de grote Europese stationsvernieuwingsprojecten. Denk aan de prestigieuze stations van Antwerpen, Luik, Rotterdam of Lille. Vandaag is het de beurt aan de kleinere steden. Deze tweede golf van stationsvernieuwingsprojecten vereist een andere aanpak en een andere ruimtelijke visie dan die voor de grootstedelijke HST-stations.

Het Spoorboek brengt het relaas van de vernieuwing van de stationsomgeving in elf kleine en middelgrote Vlaamse en Nederlandse steden. Het geeft een eerste beeld van de bijzondere projecten die op stapel staan en beschrijft de processen die gevoerd werden om tot die projecten te komen. Maar het boek graaft ook dieper: het gaat op zoek naar de impact die het station had, heeft en in de toekomst kan hebben voor de stad en haar ommeland. In zes hoofdstukken – hier ‘Sporen’ genoemd – rafelt het boek de betekenis van de stationsomgeving in al haar facetten uiteen en gaat het op zoek naar een grammatica van de stationsomgeving van de 21ste eeuw.

De elf steden zijn: Aarschot, Bergen op Zoom, Diest, Hasselt, Herentals, Heerlen, Roosendaal, Sint-Truiden, Tienen, Tongeren en Turnhout.